Feest voor de Geest
FEEST VOOR DE GEEST
Altijd Eindtijd
Tijdens de Koude Oorlog ging mijn oma elke avond naar bed in de zekerheid dat de wereld 's nachts zou kunnen vergaan. Hoe elke generatie denkt dat zij de laatste is.

De Nieuwe Wereld Watcher bespreekt: 'Nieuws van de Week 11 mei 2025: Israël en Gaza; India en Pakistan; AfD; Art of the deal; nieuwe paus e.m.' | Ad Verbrugge, Rogier van Bemmel, Jelle van Baardewijk | De Nieuwe Wereld #1938'

Feest voor de Geest | Lezen en schrijven met AI | Marcel Oden

Apocolyps Now
Ik loop op een zondagmiddag door het park. De zon schijnt, honden rennen achter ballen aan, en in mijn oren klinken de stemmen van drie mannen die met grote stelligheid vertellen dat de wereld in brand staat. Ad Verbrugge, Jelle van Baardewijk en Rogier van Bemmel bespreken het nieuws alsof ze de Apocalyps live verslaan. Het conflict in Gaza, een aanslag in Kashmir, de opkomst van de AfD, Trumps handelsdeals – alles is "fundamenteel verontrustend". En het gekke is: ik geloof ze nog ook. Tenminste, tot ik begin na te denken.
We denken altijd dat we in bijzondere tijden leven. Mijn oma vertelde me dat ze tijdens de Koude Oorlog elke avond naar bed ging met de gedachte dat de wereld 's nachts zou kunnen vergaan. Mijn vader herinnert zich de oliecrisis als het naderende einde van de beschaving. En ik? Ik loop verder door het park, de wind speelt met de bladeren, terwijl drie intellectuelen in mijn oortjes met grote stelligheid verkondigen dat we op een historisch kruispunt staan. Misschien staan we dat ook wel. Maar het punt is: dat staan we altijd.
De neiging om het heden als uniek cruciaal moment te zien is begrijpelijk maar historisch gezien onjuist. Het is ook een beetje ijdel, als je erover nadenkt. Michel Foucault waarschuwde in zijn werk al voor deze neiging om het eigen tijdsgewricht als exceptioneel te beschouwen. In zijn "History of the Present" benadering betoogde hij dat we het heden niet moeten zien als een culminatiepunt van de geschiedenis, maar als een moment dat gevormd is door talloze voorafgaande processen en breuken (Foucault, 1977). Hij noemde deze drang naar de uniciteit van het heden indirect een vorm van zelfoverschatting – een soort ijdelheid die ons blind maakt voor de continuïteiten en patronen in de geschiedenis. Alsof het lot ons heeft uitverkoren om juist in déze periode te leven, waarin Alles Op Het Spel Staat. Een beetje zoals mensen die denken dat hun eigen kind bijzonder intelligent is. Statistisch gezien kan dat natuurlijk niet allemaal kloppen.
Wat vooral opvalt in het gesprek tussen de drie heren is de geconstrueerde tegenstelling tussen het verleden en het heden. Verbrugge spreekt over de periode na 1989 alsof we toen in een soort politiek-filosofisch paradijs leefden, en alsof we nu verjaagd zijn uit de Tuin van Eden van liberale waarden. Maar wie de geschiedenis een beetje kent, weet dat er ook na 1989 genoeg geopolitieke spanningen, oorlogen en humanitaire crises waren. Rwanda, Joegoslavië, Irak, Afghanistan – een paradijs was het nooit.
Een grenzeloze discussie
Grenzen, zegt men in de podcast, worden tegenwoordig weer met geweld verlegd. Dat is deels waar, maar ook deels onzin. Internationale grenzen zijn altijd het resultaat geweest van een complex samenspel van factoren. Ja, militaire conflicten speelden een rol, maar ook diplomatieke onderhandelingen, arbitrage en internationale verdragen.
Neem de Nederlandse grenzen. Die zijn goeddeels vastgelegd bij de Vrede van Münster (1648) en het Congres van Wenen (1815). Diplomatie dus, geen kanonnen. De Duitse grenzen? Die zijn inderdaad met geweld veranderd na de Tweede Wereldoorlog. Maar ook weer met diplomatieke akkoorden tijdens de Ostpolitik en de hereniging.
De situatie in Kashmir is ingewikkeld, geef ik toe. Drie kernmachten – India, Pakistan en China – claimen stukken van een gebied waar terroristen zo nu en dan aanslagen plegen. Recent kwamen nog 26 mensen om bij zo'n aanslag. Dat is verschrikkelijk, maar het betekent niet dat we in een fundamenteel nieuwe wereldorde zijn beland.
Gaza is ook complex, maar op een andere manier. Ja, het is een betwist gebied met een religieuze dimensie, net als Kashmir. Maar de historische context, de internationale betrokkenheid en mogelijke oplossingen zijn volkomen anders. Toch worden ze in de podcast in één adem genoemd, alsof het allemaal symptomen zijn van dezelfde wereldwijde koorts.

De spanning tussen universele principes en specifieke situaties bestaat al sinds Kant, maar is geen reden voor apocalyptisch denken

John Mearsheimer – geen vrolijke Frans, die man – wijst er terecht op dat idealen vaak moeten wijken voor machtspolitiek. Maar dat betekent niet dat universele principes irrelevant zijn. Het betekent alleen dat ze worden toegepast binnen specifieke historische en regionale contexten. Net zoals je in theorie vreemd kunt gaan met iedere aantrekkelijke voorbijganger, maar in de praktijk wordt tegengehouden door je morele kader (hopelijk) en de specifieke context (of je partner naast je staat, bijvoorbeeld).
Internationale instituten en hun eeuwige legitimiteitsprobleem
Sigrid Kaag met een VN-petje op in Gaza. Het Internationaal Strafhof dat achter Poetin aanzit. Israël dat VN-resoluties naast zich neerlegt alsof het weekfolders van Albert Heijn zijn. Het lijkt allemaal te wijzen op een crisis in de internationale orde.
Maar wanneer was die internationale orde eigenlijk niet in crisis? De legitimiteit van internationale instituties staat eigenlijk al sinds hun oprichting ter discussie. De VN werd opgericht in 1945 en kreeg meteen te maken met de Koude Oorlog die effectieve actie veelal onmogelijk maakte. Het Internationaal Strafhof heeft mensen als Milošević en Charles Taylor veroordeeld, maar grote landen als de VS, China en Rusland erkennen het hof niet eens.
Foucault zou hier wijzen op wat hij de "evenementalisering" van de geschiedenis noemt – de neiging om bepaalde momenten als bijzondere breukpunten te markeren, terwijl we eigenlijk te maken hebben met wat hij noemt "een veelvoud van transformatieprocessen" (Foucault, 1991). Zijn genealogische methode leert ons om voorzichtig te zijn met grote verhalen over historische keerpunten en crises, en juist oog te hebben voor de subtiele verschuivingen in machtsverhoudingen en kennisstelsels die ons denken vormgeven.
Deze Foucaultiaanse blik op de geschiedenis biedt een waardevol tegenwicht voor de dramatisering van het heden die we zo vaak zien in het politieke en intellectuele debat. In plaats van in de ban te raken van vermeende crisissen en keerpunten, zouden we kunnen kijken naar de meer subtiele maar niet minder betekenisvolle verschuivingen in hoe we denken, spreken en handelen ten aanzien van internationale betrekkingen.
Het idee dat er ooit een gouden tijdperk was waarin internationale instituties algemeen werden gerespecteerd en hun uitspraken bindend waren, is een illusie. Een mooi verhaal dat we onszelf vertellen, zoals we ook geloven dat het vroeger allemaal gemoedelijker was in de buurt en dat kinderen respectvoller waren.
Wie is er eigenlijk Duitser?
De discussie over nationale identiteit is zo oud als de natiestaat zelf. Toch presenteren de panelleden het debat over "Passdeutsche" (Duitsers met alleen een paspoort maar zonder 'echte' Duitse wortels, volgens de AfD) als iets nieuws en gevaarlijks.
Maar dit soort debatten over wie er wel of niet bij hoort, hebben altijd bestaan. De Duitse definitie van staatsburgerschap was tot 2000 gebaseerd op "jus sanguinis" (bloedrecht) in plaats van "jus soli" (geboorterecht). Met andere woorden: je was Duits als je Duitse ouders had, niet als je in Duitsland was geboren. Een derde-generatie Turkse immigrant was in juridische zin geen Duitser als hij niet was genaturaliseerd.
Dit is geen goedkeuring van de discriminerende retoriek van de AfD, maar een historisch feit. Het debat over wie er wel of niet bij hoort, is niet nieuw. Het was altijd al complex, altijd al beladen, altijd al politiek.
De naamsverandering van het Museum van Volkenkunde naar Wereldmuseum, waar de panelleden zo verontwaardigd over zijn, is ook niet het resultaat van een 'woke' complot. Het weerspiegelt veranderde wetenschappelijke inzichten in de antropologie en museologie. De wetenschap evolueert, taal verandert. Weet je nog toen we "neger" zeiden en "Eskimo" en "mongool" als scheldwoord gebruikten? Ik wel. Grote kans dat onze kleinkinderen zich zullen verbazen over termen die wij nu doodnormaal vinden.
Trump en de kunst van de deal
Trumps transactionele benadering van internationale betrekkingen wordt door sommigen gezien als een revolutie. Hij sluit deals, bedreigt landen met importheffingen, en onderhandelt alsof hij een wolkenkrabber probeert te kopen in plaats van een handelsverdrag te sluiten.
Maar ook hier geldt: zo nieuw is het allemaal niet. Nixon was ook pragmatisch in zijn buitenlandbeleid, gericht op concrete resultaten en belangen. En wat te denken van Bismarck, die in de 19e eeuw de kunst van de "Realpolitik" perfectioneerde?
Ik zou niet willen beweren dat er niets is veranderd. Trump wijkt duidelijk af van de multilaterale benadering die na de Tweede Wereldoorlog domineerde. Maar dat is een verschuiving, geen complete breuk met het verleden.
En, eerlijk is eerlijk, soms werkt zijn benadering. Je kunt Trump veel verwijten, maar hij weet hoe je een deal sluit. De grote vraag is alleen: voor wie is die deal eigenlijk gunstig? Voor de gemiddelde Amerikaan? Voor de internationale orde? Of vooral voor Trump zelf?

De effectiviteit van de "Art of the Deal" in de internationale politiek blijft een open vraag – net als de vraag wie er eigenlijk profiteert

China's economische problemen en de historische vergelijking
En dan China. De vastgoedcrisis. Jeugdwerkloosheid. Afnemende groei. Allemaal echt, allemaal zorgelijk. De Chinese bevolking heeft massaal geïnvesteerd in appartementen die nu minder waard zijn of zelfs nooit af zullen komen. Jongeren vinden geen baan. De officiële groeicijfers lijken steeds meer op de sprookjes van Grimm – eng en weinig geloofwaardig.
Maar betekent dit dat China's positie fundamenteel verzwakt is? Dat we aan de vooravond staan van een Chinese versie van 1989, met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie als historische parallel?
Dat betwijfel ik. De Chinese economie is vele malen groter dan die van Rusland. De technologische basis is sterker. En de Chinese Communistische Partij heeft door de jaren heen een opmerkelijk talent getoond voor aanpassing en overleving. Waar de Sovjet-Unie verstarde onder Brezjnev, heeft de CCP hervormingen doorgevoerd, experimenten toegestaan, en cruciale economische vrijheden gecreëerd.
Dit is geen compliment voor het Chinese systeem, dat repressief en autocratisch blijft. Het is een nuchtere beoordeling van de veerkracht ervan. Ik zou mijn geld niet durven zetten op een spoedige ineenstorting van het Chinese regime, hoe aanlokkelijk die gedachte ook is voor westerse commentatoren.
De paus en de wereldpolitiek
En dan was er nog iets over de paus. De suggestie in de podcast dat een nieuwe paus – een Amerikaan nog wel, met gematigd republikeinse sympathieën – een betekenisvolle invloed zou kunnen hebben op de Amerikaanse politiek of op het conflict tussen Rusland en Oekraïne, is op zijn best naïef.
De invloed van het Vaticaan op de wereldpolitiek is aanzienlijk afgenomen sinds, nou ja, de middeleeuwen. Het idee dat één religieus leider "het tij zou kunnen keren" getuigt van een overschatting van de morele autoriteit van religieuze instituties in een mondiale politiek die wordt gedomineerd door economische belangen en militaire macht.
Als één man de geschiedenis een beslissende wending zou kunnen geven, dan was de wereldgeschiedenis wel een stuk overzichtelijker geweest. Maar zo werkt het niet. Historische processen worden gedreven door structurele factoren: economie, demografie, technologie, institutionele verhoudingen. Individuele actoren, zelfs paus Franciscus met zijn miljard volgers, hebben daar slechts beperkte invloed op.
Een institutionele benadering
Wat hebben we dan nodig, als de oplossing niet komt van een nieuwe paus, een visionaire wereldleider, of een spontane uitbarsting van internationaal altruïsme?
Institutional engineering. Saai, ik weet het. Maar effectief. Versterking van internationale organisaties. Hervorming van de VN-Veiligheidsraad. Verbetering van handhavingsmechanismen in het internationaal recht.
Maar op een dieper niveau hebben we misschien iets anders nodig. De Zuid-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han suggereert dat we lijden aan "positieve vermoeidheid" – de uitputting die komt van altijd maar moeten presteren, innoveren, en vooruitgaan. Volgens hem hebben we niet meer hervorming nodig, maar vertraging. Niet meer aanpassing, maar onderbreking.
Foucault zou deze analyse herkennen als een vorm van wat hij "biopolitiek" noemde – de manier waarop macht inwerkt op onze lichamen en levens via subtiele disciplinerende mechanismen (Foucault, 2008). In zijn latere werk over "zelfzorg" en "vrijheidspraktijken" zocht hij naar manieren om weerstand te bieden aan deze alomtegenwoordige machtsuitoefening. Hij stelde dat we ruimtes kunnen creëren voor wat hij noemde "kritische ontologie van onszelf" – een permanente kritische reflectie op wie we zijn en wat ons vormt (Foucault, 1984).
Wat als Han gelijk heeft? Wat als al onze institutionele hervormingen en beleidsvoorstellen slechts symptoombestrijding zijn voor een diepere kwaal – de uitholling van het denken zelf in een wereld van digitale versnelling en permanente transparantie?

Misschien hebben we concrete institutionele hervormingen én ruimte voor vertraging en reflectie nodig

Een verhaal zonder einde
Bovenal hebben we een nieuw verhaal nodig. Een verhaal dat ons helpt om deze rommelige, chaotische, wonderlijke tijd te begrijpen zonder in paniek te raken of apathisch te worden. Een verhaal dat niet belooft dat alles goed komt, maar dat ons wel helpt om te leven met de fundamentele onzekerheid van deze "tussentijd".
Een Hegeliaan zou zeggen dat internationale conflicten en spanningen noodzakelijke momenten zijn in de dialectische ontwikkeling van de wereldgeest. Dat China, Rusland en de VS niet zomaar landen zijn met conflicterende belangen, maar vertegenwoordigers van verschillende "volksgeesten" die elk een specifiek moment in de wereldgeschiedenis belichamen. En dat de list van de rede ervoor zorgt dat zelfs door schijnbaar chaotische processen uiteindelijk vooruitgang wordt geboekt.
Geruststellend? Misschien. Maar ik zie weinig reden om aan te nemen dat de geschiedenis een doelgerichte beweging is naar meer vrijheid of rationaliteit. Daarvoor heb ik te veel geschiedenisboeken gelezen.
Maar misschien heb ik het mis. Misschien is er wel een verhaal dat zin geeft aan onze tijd, en zit het verstopt in de gesprekken die we voeren – zoals die van drie mannen aan een tafel, die proberen de wereld te begrijpen. Of in de worstelingen van gewone mensen over de hele wereld, die proberen een goed leven te leiden in een tijd van verandering en onzekerheid.
Castells beschrijft hoe "nieuwe culturele identiteiten en politieke subjectiviteiten ontstaan in de breuklijnen van de liberale democratische orde" – precies in die alledaagse gesprekken en worstelingen. Misschien zit daar het verhaal dat we nodig hebben. Niet in grote theorieën of wereldomvattende analyses, maar in kleine momenten van verbinding en betekenis.
Lao Tse, die oude Chinese wijsgeer, zou adviseren om los te laten. Om niet te proberen de wereld te beheersen of zelfs maar te begrijpen, maar om open te staan voor de natuurlijke loop der dingen. De wereld als stromende rivier die we niet kunnen tegenhouden, maar waarin we wel kunnen zwemmen – of meestromen, als we dat durven.
"Zij die de wereld willen grijpen en manipuleren, zullen falen," schreef hij. "De wereld is een spiritueel vat dat niet gemanipuleerd kan worden. Manipulators verwoesten het; grijpers verliezen het."
Vanuit dat perspectief zijn onze analyses van internationale betrekkingen als "vissen in het maanlicht op een spiegelend meer". We proberen met een net van woorden en theorieën de stromende rivier van gebeurtenissen te vangen. Maar het water glipt tussen onze vingers door.
Hier zou Foucault wijzen op wat hij "discursieve formaties" noemde – de manier waarop onze taal en kennis niet simpelweg de werkelijkheid beschrijft, maar deze actief vormgeeft (Foucault, 1969). Onze pogingen om de wereld te vatten in geopolitieke analyses creëren volgens zijn denkkader zelf nieuwe machtsverhoudingen en "waarheidsregimes". De diagnostic van het heden, schreef hij, moet gebeuren volgens "lijnen van kwetsbaarheid in het heden [...] die de ruimte openen voor vrijheid, begrepen als een ruimte van concrete vrijheid, dat wil zeggen van mogelijke transformatie" (Foucault, 1984).
De schreeuw van de bergtop
De grote mogendheden die streven naar dominantie zijn als "mensen die vanaf bergtoppen schreeuwen, onwetend dat in de vallei de wind al is gedraaid". Hun kracht is tegelijkertijd hun grootste zwakte: "De hoogste boom breekt het eerst."
Ik zeg niet dat Lao Tse gelijk heeft. Ik zeg ook niet dat we moeten opgeven en ons moeten overgeven aan een soort mystiek fatalisme. Maar er zit iets in die taoïstische gedachte dat het in deze tijd de moeite waard is om te overwegen – het idee dat er wijsheid kan liggen in het loslaten van onze behoefte aan controle en voorspelbaarheid.
Misschien zit het verhaal dat we nodig hebben ook niet in de podcast, of in dit essay, of in een filosofisch boek. Misschien zit het in de momenten waarop we onze theorieën en analyses neerleggen en terugkeren naar de directe ervaring. De zondagmiddag in het park. De zon op je gezicht. Het hondje dat achter zijn bal aan rent. De mensen die langs je lopen – gewoon mensen, geen representanten van geopolitieke machtsblokken of socio-economische categorieën.
Want uiteindelijk is dat waar het om gaat: niet om het vinden van definitieve antwoorden, maar om het stellen van de juiste vragen. Niet om het bereiken van een eindpunt, maar om het bewandelen van een weg. Niet om het overwinnen van de chaos, maar om het leren leven met de complexiteit.
De drie heren van De Nieuwe Wereld zullen volgende week weer bij elkaar zitten om de apocalyps te voorspellen. En ik zal weer luisteren, kritisch maar geboeid. Want ook dat hoort bij het leven in deze rommelige, frustrerende, maar o zo interessante tussentijd.

Voor diepgravers
Boek: "The Age of Unpeace: How Connectivity Causes Conflict" door Mark Leonard - Een diepgaande analyse van hoe globalisering en onderlinge verbondenheid juist tot meer conflicten leiden.
Film: "Bacurau" (2019) - Een Braziliaanse film die op indringende wijze laat zien hoe lokale gemeenschappen zich verhouden tot globale machtsstructuren.
Documentaire: "HyperNormalisation" (2016) door Adam Curtis - Over hoe machthebbers een gesimplificeerde versie van de werkelijkheid hebben gecreëerd die steeds verder af staat van de complexe realiteit.
Muziek: "Hope Six Demolition Project" van PJ Harvey - Een album geïnspireerd door Harvey's reizen naar Kosovo, Afghanistan en Washington D.C., dat de menselijke impact van geopolitieke beslissingen verkent.
Beeldende kunst: "Leviathan" van Shezad Dawood - Een meerjarig project dat de verbanden tussen klimaatverandering, migratie en mentale gezondheid onderzoekt.

Bronnen
Achcar, G. (2023). The New Cold War: The United States, Russia, and China from Kosovo to Ukraine. Monthly Review Press.
Bemmel, R. van, Verbrugge, A., & Baardewijk, J. van. (2025). De Nieuwe Wereld #1938. Nieuws van de Week 11 mei 2025: Israël en Gaza; India en Pakistan; AfD; Art of the deal; nieuwe paus e.m. https://www.youtube.com/watch?v=wSPq7MxWljo
Castells, M. (2018). Rupture: The Crisis of Liberal Democracy. Polity Press.
Foucault, M. (1977). Discipline and Punish: The Birth of the Prison (A. Sheridan, Trans.). Vintage Books.
Foucault, M. (1984). What is Enlightenment? In P. Rabinow (Ed.), The Foucault Reader (pp. 32-50). Pantheon Books.
Foucault, M. (2008). The Birth of Biopolitics: Lectures at the Collège de France, 1978-1979 (G. Burchell, Trans.). Palgrave Macmillan.
Fukuyama, F. (2018). Identity: The Demand for Dignity and the Politics of Resentment. Farrar, Straus and Giroux.
Gramsci, A. (1971). Selections from the Prison Notebooks (Q. Hoare & G. N. Smith, Eds. & Trans.). International Publishers.
Hegel, G.W.F. (1807/1977). Phenomenology of Spirit (A.V. Miller, Trans.). Oxford University Press.
Habermas, J. (2012). The Crisis of the European Union in the Light of a Constitutionalization of International Law. Oxford University Press.
Ikenberry, G. J. (2020). A World Safe for Democracy: Liberal Internationalism and the Crises of Global Order. Yale University Press.
Johnson, P. (2023). Religion in International Relations: Theory and Practice. Cambridge University Press.
Krastev, I., & Holmes, S. (2020). The Light That Failed: Why the West Is Losing the Fight for Democracy. Pegasus Books.
Lao Tse. (6e eeuw v.Chr./1989). Tao Te Ching (K. Schipper, Vert.). Uitgeverij Karnak.
Mearsheimer, J. J. (2018). The Great Delusion: Liberal Dreams and International Realities. Yale University Press.
Xiaoyu, P. (2021). Rethinking the World Order: China's Rise and Global Governance. Cambridge University Press.

FEEDBACK
Leuk als je reageert: marcel@oden.nl

DISCLAIMER Op 'Feest voor de Geest', dit blog, experimenteer ik met AI. Bij de eindredactie heb ik extra gelet op correcte bronvermelding, 'fair use' van bronnen en het vermijden van plagiaat. Ook heb ik een extra factcheck gedaan. Heb je het idee dat auteursrecht toch in het geding is of stoor je je aan feitelijke onjuistheden, laat het me weten alsjeblieft. Dan pas ik de tekst graag aan. Meer over mijn werkwijze: Schrijven met AI. Een kijkje in de keuken.

Feest voor de Geest | Lezen en schrijven met AI | Marcel Oden

Published using