De Filosoof die de Onderwijsbom Zag Tikken
Een terugblik op het werk van Alasdair MacIntyre, de deze week overleden filosoof, door de lens van de Nederlandse onderwijscrisis.
Waarschuwing van een dode Schot
Alasdair MacIntyre was een Schotse filosoof die z'n halve leven in Amerika vertoefde en daar - geheel onbedoeld - de Nederlandse onderwijscrisis voorspelde. Met de precisie van een meteoroloog die een orkaan al ruikt voordat de barometer beweegt.
In 1981 schreef hij "After Virtue." Had net zo goed "Voorspelling Nederlandse Onderwijsramp" kunnen heten. MacIntyre zag wat wij niet wilden zien: moderne samenlevingen hadden hun morele kompas verloren. Mensen praatten nog wel over goed en kwaad. Maar eigenlijk schreeuwden ze alleen hun voorkeuren uit.
Emotivisme, noemde hij dat. Mooi woord voor een lelijk verschijnsel: doen alsof je argumenteert terwijl je alleen maar stampvoet.
Jelle van Baardwijk sprak in de podcast De Nieuwe Wereld een in memoriam uit voor Alasdair MacIntyre, de dag na diens overlijden op 96-jarige leeftijd. Laten we, for the sake of the argument, kijken naar de ideeën van MacIntyre door het prisma van het onderwijsdebat.
Beter Onderwijs Nederland - die club van onder anderen filosoof Ad Verbrugge - constateert al jaren: we leven in een "cadeautjeseconomie." Diploma's worden uitgedeeld als sinterklaascadeautjes. Los van werkelijke competenties.
We hebben het over "kwaliteit" en "excellentie." Maar eigenlijk hebben we geen idee meer wat die woorden betekenen. Net als die discussies over "de beste film ooit." Iedereen roept wat. Niemand weet waarom.
Waar ratio verdwijnt, beginnen de managers te regeren
MacIntyre zou dit patroon herkennen. Hij voorspelde: zonder gedeelde opvattingen over menselijke bloei vervallen morele discussies tot machtsuitoefening. En wat is Nederlandse onderwijspolitiek anders? Een eindeloze machtsstrijd tussen ambtenaren, bestuurders en commerciële bureaus. Die allemaal beweren te weten wat "goed onderwijs" is.
De PISA-scores, onze plek op de internationale onderwijshitparade, kelderen met stip. Nederland zakte van 9 naar 24 in Europa. Tussen 2006 en 2018. Een derde van onze vijftienjarigen is 'onvoldoende geletterd'.
Leraren vluchten massaal het vak uit. Zevenduizend openstaande vacatures. In een land met 180.000 onderwijzers. Maar in plaats van deze feiten te verbinden aan onderwijsmethoden voeren we emotivistische debatten. Over "traditioneel" versus "vernieuwend" onderwijs. Alsof het geloofsovertuigingen zijn. In plaats van empirisch toetsbare kwesties.
MacIntyre had ook een scherp oog voor wat hij "managers zonder morele autoriteit" noemde. Mensen die macht claimen op basis van vermeende wetenschappelijke neutraliteit. Terwijl ze eigenlijk alleen efficiency najagen.
Verbrugge van BON omschrijft de Nederlandse onderwijsmanagementlaag treffend: "De geprivatiseerde variant van de staatcommunistische bureaucratie." Schoolbestuurders verdienen twee- tot driemaal zoveel als leraren. Ondanks dat ze nooit een klas hebben gezien.
Ze claimen hun salaris te rechtvaardigen door "strategisch leiderschap" en "stakeholdermanagement." Woorden die MacIntyre zou herkennen als holle retoriek. Van moderne bureaucratie. Hun narcistische obsessie met "visies" en "roadmaps" maskeert machtsuitoefening. Als zorg voor kinderen.
Het cynisme van de omkering
Adembenemend, dat cynisme. De mensen die het échte werk doen - kinderen leren lezen, rekenen, denken - worden behandeld als uitvoerders. Van andermans visies. Terwijl degenen die vergaderen over visies zich laten betalen. Alsof zij de eigenlijke onderwijzers zijn.
MacIntyre zou dit herkennen: corruptie van praktijken door instituties. Onderwijs als praktijk heeft eigen normen. Vakmanschap. Zorg voor leerlingen. Overdracht van kennis en cultuur.
Maar zodra onderwijsinstellingen worden beheerst door externe doelen - cijfers, efficiency, winstgevendheid - gaan die interne goederen verloren. Altijd. Zonder uitzondering.
We hebben vierduizend openstaande vacatures voor leraren. BON spreekt van "geschonden beroepseer." Leraren kunnen hun vak niet meer uitoefenen. Door bureaucratische lasten. Testcultuur. Managementcontrole.
Een lerares uit Rotterdam vertelde me: "Ik ben docent Nederlands geworden om kinderen te laten ontdekken hoe mooi taal kan zijn. Nu vul ik de hele dag formulieren in. Over 'leerlingvolgsystemen' en 'didactische werkvormen.' Waar is de poëzie gebleven?"
MacIntyre had daar een term voor: narratieve fragmentatie. Moderne mensen kunnen hun leven niet meer zien als één coherent verhaal. Een leraar is 's ochtends pedagoog. 's Middags databeheerder. 's Avonds administrateur.
Maar wat houdt deze rollen bij elkaar? Wat is het verhaal dat hun werk betekenis geeft?
Multitasking: de vijand van vakmanschap
In MacIntyres terminologie zijn leraren practitioners geworden van een gefragmenteerde pseudo-praktijk. Ze moeten excellent zijn in lesgeven. Maar ook in rapporteren. Projectmanagement. Oudercontact. Digitale vaardigheden. Sociale coaching.
Niemand kan in alles excellent zijn. Dus worden ze in niets echt goed. Dit verklaart waarom zoveel goede leraren het veld verlaten. Niet omdat ze niet van kinderen houden. Of geen zin hebben in uitdagingen. Maar omdat ze hun praktijk niet meer kunnen uitoefenen.
Ze worden geforceerd tot rollen die niets te maken hebben met waarom ze ooit voor het onderwijs kozen.
MacIntyres oplossing was radicaal en eenvoudig: terug naar lokale praktijken. Niet wachten op grote hervormingen van bovenaf. Beginnen met wat je kunt overzien en beïnvloeden. Zoek gemeenschappen waar excellentie nog wordt gekoesterd. Bescherm praktijken die nog integer zijn.
BON volgt deze lijn consequent. In plaats van mee te doen aan landelijke onderwijsvernieuwingen pleit de vereniging voor schoolautonomie. Binnen vakinhoudelijke kaders. Geef leraren terug wat hun is ontnomen: de autoriteit om hun vak uit te oefenen. Zoals hun professionaliteit dat dicteert.
Dit is geen conservatief romantisme. Maar pragmatisch realisme. MacIntyre begreep: grootschalige hervormingen mislukken bijna altijd. Omdat ze lokale kennis en expertise negeren. Van mensen die het echte werk doen.
Onderwijs2032, het laatste plan uit Den Haag, bevestigt dit patroon. Weer een abstracte visie. Die wordt opgelegd aan mensen die de praktijk kennen.
Nederlandse scholen die nog steeds klassikaal lesgeven en vakinhoudelijk georganiseerd zijn, scoren structureel beter. Dan scholen met "vernieuwend" onderwijs. Het Stedelijk Gymnasium Haarlem - met Latijn, Grieks en directe instructie - haalt jaar na jaar topresultaten.
Maar deze empirie wordt genegeerd. Omdat ze politiek incorrect is.
MacIntyres concept van "narratieve eenheid" raakt de kern. Van wat onderwijs zou moeten zijn. Leerlingen hebben recht op een coherent verhaal. Over kennis, cultuur en hun plaats daarin. Ze moeten begrijpen hoe wiskunde, geschiedenis, literatuur en natuurkunde samenhangen. In het grotere verhaal van de menselijke beschaving.
Maar thematisch onderwijs - waar verschillende vakken worden samengesmolten tot projecten over "duurzaamheid" of "globalisering" - vernietigt deze samenhang. Leerlingen krijgen gefragmenteerde ervaringen. Zonder disciplinaire diepgang. Ze leren nergens echt iets van. Maar wel van alles wat.
Zonder vakinhoud geen intellectuele vrijheid
Dit is geen technocratisch probleem. Maar een existentieel drama. Onderwijs gaat over het doorgeven van wat het betekent om mens te zijn. Over initiatie in tradities van denken en maken. Die ons onderscheiden van andere diersoorten. Over het openen van werelden die leerlingen anders nooit zouden kennen.
Als we die opdracht vervangen door "competentiegericht leren" en "vakoverstijgende projecten," beroven we kinderen van hun intellectuele erfenis. We maken van hen consumenten van informatie. In plaats van erfgenamen van cultuur.
MacIntyre onderscheidde echte autoriteit van louter macht. Echte autoriteit berust op wijsheid en expertise. Macht berust op positie en procedure. Een goede leraar heeft autoriteit omdat leerlingen erkennen dat hij iets weet. Wat zij (nog) niet weten. Een manager heeft alleen macht omdat het organogram dat zo bepaalt.
De Nederlandse onderwijscrisis is fundamenteel een autoriteitscrisis. We hebben de natuurlijke autoriteit van vakbekwame leraren ondergeschikt gemaakt. Aan de kunstmatige macht van onderwijsmanagers. Daarmee hebben we de pedagogische relatie - die van nature asymmetrisch is - vervangen door een bureaucratische hiërarchie. Die niemand inspireert.
Nederland volgt het internationale patroon van onderwijscrisis. Finland - ooit het wonderland van PISA - zakt nu ook weg. Na jaren van "vernieuwingen." Zweden experimenteerde met digitaal onderwijs. Zag de prestaties kelderen. Zuid-Korea's obsessie met testen produceert excellent scorende maar ongelukkige kinderen.
Overal hetzelfde verhaal: wanneer externe goederen (scores, efficiency, technologie) de praktijk gaan bepalen, verdwijnt de essentie van onderwijs.
Algoritmes dragen kennis over, geen wijsheid
Die obsessie met onderwijstechnologie. Nederlandse scholen investeren miljarden in tablets en smartboards. Terwijl klassengroottes toenemen. Kinderen krijgen "gepersonaliseerd leren" via algoritmes. Maar missen de menselijke relatie die echte overdracht mogelijk maakt.
MacIntyre zou dit herkennen als de ultieme abstractie: de vervanging van persoonlijke vorming door digitale processen.
Kinderen leren niet van PowerPoint-presentaties of onderwijsapps. Maar van mensen die hen iets kunnen leren wat zij zelf niet weten. Deze overdracht vereist vertrouwen, respect en erkenning van expertise. Maar hoe kunnen leerlingen leraren respecteren als het systeem voortdurend laat zien dat managers belangrijker zijn dan vakdocenten?
MacIntyre eindigde "After Virtue" met een beroemde metafoor: "We wachten niet op Godot, maar op een nieuwe Benedict." Hij verwees naar Benedictus van Nursia. Die te midden van de val van Rome kleine gemeenschappen stichtte. Waar beschaving kon overleven.
In het Nederlandse onderwijs zijn er zulke Benedictijnse plekken. Scholen waar leraren nog gewoon lesgeven. Waar kinderen leren lezen door te lezen. Rekenen door te rekenen. Denken door kennis te maken met grote gedachten. Waar vakmanschap nog wordt gerespecteerd. En waar excellentie het doel is, niet efficiency.
Deze scholen opereren vaak onder de radar. Van onderwijsvernieuwers. Ze doen niet mee aan de laatste hypes. Implementeren niet elk nieuw beleid. Laten zich niet afleiden door managementmode. Ze concentreren zich op wat MacIntyre "de goederen intern aan praktijken" noemde: goed onderwijs geven aan de kinderen die hen zijn toevertrouwd.
BONs verdienste is dat het deze stille revolutie zichtbaar maakt. En intellectueel onderbouwt. De vereniging laat zien dat verzet tegen onderwijsmode geen conservatief mopperen is. Maar principiële verdediging van wat onderwijs werkelijk inhoudt.
MacIntyre overleed op het moment dat zijn diagnose actueler is dan ooit. We leven in de tijd van Twitter-discussies over onderwijsbeleid. Waarbij iedereen een mening heeft maar niemand empirie serieus neemt. Van managers die scholen runnen als bedrijven. Terwijl ze nooit hebben begrepen wat onderwijs eigenlijk is. Van hervormingen die worden bedacht door mensen die de klas zijn ontvlucht.
Maar zijn nalatenschap biedt ook hoop. In de erkenning dat praktijken sterker zijn dan instituties. Dat vakmanschap overleeft ondanks bureaucratie. Dat er in elke tijd mensen zijn die het echte werk blijven doen. Hoe moeilijk het systeem het hen ook maakt.
After virtue komt nieuwe deugd - in lokale praktijken van excellentie
MacIntyres boodschap aan Nederlandse leraren zou eenvoudig zijn: laat je niet afleiden door de herrie van hervormers en managers. Concentreer je op wat je kunt overzien: je eigen klas, je eigen leerlingen, je eigen vak. Koester de praktijk van goed onderwijs. Ook als het systeem je daarin niet steunt.
In zulke kleine handelingen van vakmanschap en zorg overleeft de beschaving. Die grootschalige plannen bedreigen. Na MacIntyre rest ons de taak zijn inzichten toe te passen. Op de chaos die hij zo scherp voorspelde. En te beginnen met wat hij voorstelde: de bescherming van lokale praktijken tegen institutionele corruptie.
De Nederlandse onderwijscrisis vraagt niet om meer hervormingen. Maar om minder. Niet om meer management. Maar om meer vakmanschap. Niet om meer visies. Maar om meer respect voor mensen die het echte werk doen.
MacIntyre zou ons toeroepen: stop met wachten op grote oplossingen. Begin met wat voor de hand ligt.
Boek: Alasdair MacIntyre - "After Virtue: A Study in Moral Theory" (Notre Dame University Press, 1981).
Film: "Dead Poets Society" (1989) - Over een leraar die zijn praktijk verdedigt tegen institutionele druk.
Documentaire: "Most Likely to Succeed" (2015) - Kritiek op gestandaardiseerd onderwijs.
Muziek: Pink Floyd - "Another Brick in the Wall" - Protest tegen onderwijsfabriek.
Beeldende kunst: Norman Rockwell - "The Problem We All Live With" (1964) - Over onderwijs en maatschappelijke verandering.
MacIntyre, A. (1981). After Virtue: A Study in Moral Theory. University of Notre Dame Press.
Beter Onderwijs Nederland (2024). Deltaplan voor Beter Onderwijs.
Verbrugge, A. (2005). "Geschonden beroepseer" in Beroepszeer. Boom uitgevers.
Follow the Money (2024). "Hoe komt Nederland uit de onderwijscrisis?"
Commissie Dijsselbloem (2008). Parlementair onderzoek onderwijsvernieuwingen. Tweede Kamer.
LAKS (2019). "Stille onderwijscrisis gaande in voortgezet onderwijs". Landelijk Aktie Komitee Scholieren.
DISCLAIMER
Op 'Feest voor de Geest', dit blog, experimenteer ik met AI. Bij de eindredactie heb ik extra gelet op correcte bronvermelding, 'fair use' van bronnen en het vermijden van plagiaat. Ook heb ik een extra factcheck gedaan. Heb je het idee dat auteursrecht toch in het geding is of stoor je je aan feitelijke onjuistheden, laat het me weten alsjeblieft. Dan pas ik de tekst graag aan. Meer over mijn werkwijze: Schrijven met AI. Een kijkje in de keuken.